Een prachtig drieluik over het succes van Urban Eindhoven. Het succesverhaal van Angelo Martinus beschreven door Marco Mertens.

“In de hiphopcultuur denk je niet na over diversiteit, het is er gewoon.”

Tijdens het Urban Culture Weekend gaven de diverse partijen die Urban Eindhoven rijk is – onder de vlag van EMOVES – een kijkje in hun keuken. Dompel je onder in demonstraties en workshops van skateboarders, dj’s, bmx’ers, spoken word-artiesten en meer. De hiphopcultuur heeft haar vaste plek in Eindhoven verworven. Aanjager Angelo Martinus legt uit hoe de community dat zelf voor elkaar bokste.

Het is 2011 en Brabant heeft de ambitie om Culturele Hoofdstad 2018 te worden en daar moet een bidbook voor komen. Angelo Martinus, inmiddels artistiek directeur van coöperatie EMOVES, krijgt de vraag of Eindhoven in zes jaar tijd het grootste Urban Culture Festival van Europa kan hebben. “Zij dachten: als we dan die culturele hoofdstad worden willen we ook een heel divers aanbod hebben,” licht Martinus toe, “niet alleen de higher arts die zichtbaar worden. Want dat gebeurt vaak met die culturele hoofdsteden: het museum en het muziekgebouw krijgen een impuls, maar hetgeen dat bottom-up is georganiseerd pist vaak naast de pot.”

Angelo, toen nog werkzaam vanuit zijn eigen projectbureau Mad Skills, gaat de uitdaging aan. Zijn partners kiest hij voorzichtig: “Ik ben met partijen als Boogie Down Breda en World Bboy Classic uit Rotterdam gaan praten, die zaten al in ons netwerk. Vaak zie je dat urban een makkelijke manier is om te laten zien dat er aan diversiteit wordt gedaan en dat jongere doelgroepen worden bereikt. Wij willen in Eindhoven vooral gehoor geven aan de hiphopcultuur en urban sports. Altijd vanuit de gedachte dat daar een community achter moet zitten, we gaan dat niet zelf verzinnen.”

Er komt een plan, maar de Culturele Hoofdstad-titel gaat niet naar Eindhoven: “Toen bekend werd dat Leeuwarden de culturele hoofdstad zou worden waren we één dag een beetje down, maar daarna heb ik iedereen gebeld en gezegd: we hebben een heel gaaf plan, kunnen we niet alsnog proberen dit voor elkaar te krijgen?”

Met beperkte middelen komt de eerste editie van EMOVES van de grond. Er wordt door diverse partijen al het een en ander georganiseerd en Martinus zorgt dat dit in twee weekenden gebundeld wordt: “Ik regelde de locaties en wat budget voor de marketing en promotie. Alle partners deden wat zij konden doen. Het werd een succes. Het was druk en ook de gemeente zag het. Het jaar erop kregen we een kleine bijdrage van de gemeente maar ook van een aantal sponsoren. Dat is door de jaren heen gegroeid.”

Hoewel de toegevoegde waarde van deze organiserende partijen binnen de community zelf wel zichtbaar is, kost het tijd voordat de gemeente haar steun geeft.  Martinus licht toe: “Praten vanuit passie, vanuit onze eigen visie op hiphopcultuur, dat gaat niet werken. In 2014 hebben we een aantal mensen, die vanuit die klassieke cultuur dachten en werkten, gevraagd om mee te lopen. Ze waren verbaasd over onze aanpak: alles bottom-up, geen dure payroll van mensen die in dienst zijn, geen vergadercultuur. Altijd vanuit community-denken. Dat hebben zij opgeschreven in de taal van de overheid, in het document ‘Wij zijn urban Eindhoven’. Daar stond in wie we zijn, wat we doen, hoe we dingen doen en hoeveel we bereiken op jaarbasis. Dat vergeleken we met andere partijen in de stad en toen werd voor het eerst zichtbaar dat we geweldige cijfers haalden, maar dat we er nooit mee pochten.”

Niet alleen de cijfers zijn indrukwekkend; ook in de diverse samenstelling van het publiek verschilt EMOVES van andere culturele partijen in de stad. Dat het festival een jong en cultureel divers publiek bereikt, ziet Angelo echter niet als iets bijzonders: “Wij zagen het als vanzelfsprekend dat de ene helft donker is, de andere Chinees, de andere Nederlands. Hoogopgeleid, laagopgeleid; wij stonden er nooit bij stil. We kwamen erachter dat dit een belangrijk punt is voor overheden en dat niet alle organisaties daaraan voldoen. Ik zou het heel raar vinden als ik tegen The Ruggeds zou moeten zeggen: jongens, er zitten nu teveel Surinamers in, want volgens de richtlijnen van de gemeente hebben we nu een hoogopgeleide Nederlander nodig. In de hiphopcultuur denk je niet na over diversiteit, het is er gewoon.”